Week 351. Mijn neven uit Southampto

Week 35
1. Mijn neven uit Southampton hebben zichzelf gitaar leren spelen voor hun vrijgezellenfeest.
2. Kunnen zij zich herinneren hoe de viering was?
3. Zij propten zich vol met rozijnen en taart.
4. Maak jij elke dag jouw huiswerk? Ja, maar soms vergeet ik het mee te nemen naar de les.

Week 36
1. Hij is altijd aan het klagen over het weer!!! Hij moet er echt mee ophouden vind ik.
2. Kun je je oma helpen? Kijk, ze probeerde een maaltijd te bereiden en is pannenkoeken aan het bakken.
3. Wij luisteren niet elke dag naar muziek maar we kijken altijd naar het journaal.
4. Gisteravond liep hij naar de bioscoop om de hilarische nieuwe film met Spongebob te zien, het was een verschrikkelijke.

Week 37
1. Woonde hij in 2008 in het spookachtige Edinburgh? Vierde hij toen het Halloweenspel daar?
2. Ik was tien jaar oud toen ik Lisa ontmoette en we vertellen elkaar alles.
3. Sliep hij terwijl hij zijn toets Grieks maakte? Zo erg was het ook weer niet.
4. Vroeger kreeg ik altijd een zakje chips op zaterdagavond.

Unit 2
Week 38
1. Mijn buurman haastte zich naar het balkon om het schitterende landschap te zien.
2. Liet jij jouw mobieltje vallen? Ik dacht dat ik iets hoorde breken.
3. Die docenten begrepen mij niet toen ik een vraag stelde over de verwoestende luchtaanvallen in 1941.
4. Ik ben gewend aan de stormachtige herfst in Nederland. Overdrijf niet zo!

Week 39
1. Heb jij vorige week die baby kangoeroes gezien in de dierentuin?
2. Vragen zij zelden om hulp? Ze maken mij nerveus.
3. Hij was niet in staat om deze tassen voor mij naar de snoepwinkel te dragen.
4. Kan jij je herinneren dat we elkaar ontmoetten in het zwembad?

Week 40
1. Zij stonden oog in oog met een menselijk skelet, de schedel had geen tanden.
2. Hij kocht een geweldige motor in plaats van een sportwagen om zijn vrienden gek te maken.
3. Vanaf zijn wachttoren gaf de dappere krijger hun het gevel om Scandinavië binnen te vallen.
4. Wij hebben ze veel over je archeologische avonturen verteld.

Week 41
1. Mijn voorouders leden waarschijnlijk aan een heupziekte.
2. Je hebt ons niet verteld over die keer dat je ging liften en heimwee had.
3. Mogen Robin en ik naar de bioscoop met Pasen?
4. Zullen we samen aan het project over vissers in de 17de eeuw werken?

Resultaten (Nederlands) 1:

Week 351. Mijn neven uit Southampton hebben zichzelf gitaar leren spelen voor hun vrijgezellenfeest.2. Kunnen zij zich herinneren hoe de viering was?3. Zij propten zich vol ontmoette rozijnen nl taart. 4. Maak jij elke dag jouw huiswerk? Ja, maar soms vergeet ik het me te nemen naar de les.Week 361. Hij is altijd aan het klagen over het weer! Hij moet er echt me ophouden vind ik.2. Kun je je oma helpen? Kijk, ze probeerde een maahjd te bereiden nl is pannenkoeken aan het bakken.3. Wij luisteren niet elke dag naar muziek maar wij kijken altijd naar het journaal. 4. Gisteravond liep hij naar de bioscoop om de hilarische nieuwe film ontmoette Spongebob te zien, het was een verschrikkelijke. Week 371. Woonde hij in 2008 in het spookachtige Edinburgh? Vierde hij toen het Halloweenspel daar?2. Ik was tien jaar oud toen ik Lisa ontmoette nl we vertellen elkaar alles.3. Sliep hij terwijl hij zijn toets Grieks maakte? Zo erg was het ook weer niet. 4. Vroeger kreeg ik altijd een zakje chips op zaterdagavond.Eenheid 2Week 381. Mijn buurman haastte zich naar het balkon om het schitterende landschap te zien.2. Liet jij jouw mobieltje vallen? Ik dacht dat ik iets hoorde breken. 3. sterven binnen begrepen mij niet toen ik een vraag stelde over de verwoestende luchtaanvallen in 1941.4. Ik ben gewend aan de stormachtige herfst in Nederland. Overdrijf niet zo!Week 391. Heb jij vorige week sterven baby kangoeroes gezien in de dierentuin?2. Vragen zij zelden om hulp? Ze maken mij nerveus. 3. Hij was niet in staat om deze tassen voor mij naar de snoepwinkel te dragen.4. Kan jij je herinneren dat we elkaar ontmoetten in het zwembad?Week 40 1. Zij stonden oog in oog ontmoet een menselijk skelet, de schedel had geen tanden. 2. Hij kocht een geweldige motor in plaats van een sportwagen om zijn vrienden gek te maken. 3. Vanaf zijn wachttoren gaf de dappere krijger hun het gevel om Scandinavië binnen te vallen.4. Wij hebben ze veel over je archeologische avonturen verteld.Week 41 1. Mijn voorouders leden waarschijnlijk aan een heupziekte.2. Je hebt ons niet verteld over sterven keer dat je ging sportives nl heimwee had.3. Mogen Robin nl ik naar de bioscoop ontmoet Pasen?4. Zullen wij samen aan het project over vissers in de 17de eeuw werken?

Resultaten (Nederlands) 2:

Week 35
1. Mijn neven uit Southampton Hebben zichzelf gitaar leren spelen voor their vrijgezellenfeest.
2. Kunnen ZIJ Zich herinneren hoe de Viering was?
3. ZIJ propten Zich vol met Rozijnen en taart.
4. Maak jij Elke dag Jouw Huiswerk? Ja, Maar SOMS vergeet ik Het mee te Nemen naar de les. Week 36 1. HIJ is Altijd Aan het Klagen Over het Weer !!! HIJ Moet er echt mee ophouden vind ik. 2. Kun je je oma Helpen? Kijk, ze probeerde Een Maaltijd te bereiden en is Pannenkoeken Aan het bakken. 3. WIJ Luisteren Niet Elke dag naar muziek Maar we Kijken Altijd Naar het journaal. 4. Gisteravond Liep HIJ naar de bioscoop OM de hilarische Nieuwe film ontmoette Spongebob Te Zien, Het was verschrikkelijke Eén. Week 37 1. HIJ Woonde in 2008 in Het spookachtige Edinburgh? Vierde HIJ Toen Het Halloweenspel Daar? 2. Ik was tien jaar oud Toen ik Lisa ontmoette en we vertellen Elkaar alles. 3. Sliep HIJ while HIJ are Toets Grieks maakte? Zo erg was also Het Weer niet. 4. Vroeger Kreeg ik Altijd Een zakje chips op Zaterdagavond. Unit 2 Week 38 1. Mijn buurman haastte Zich Naar het balkon OM Het Schitterende landschap Te Zien. 2. Liet jij Jouw mobieltje Vallen? Dacht ik DAT ik iets Hoorde Breken. 3. Die docenten begrepen mij niet Toen ik een vraag stelde dan de verwoestende luchtaanvallen in 1941. 4. Ik ben gewend aan de stormachtige herfst in Nederland. Overdrijf Niet zo! Week 39 1. Heb jij vorige week sterven kindje Kangoeroes gezien in de dierentuin? 2. Vragen ZIJ Zelden OM hulp? Ze maken mij nerveus. 3. HIJ was Niet in staat OM this tassen Voor mij naar de snoepwinkel te Dragen. 4. Kan jij je herinneren DAT we Elkaar ontmoetten in Het zwembad? Week 40 1. ZIJ stonden oog in Oog voldaan Een Menselijk skelet, de schedel had Geen tanden. 2. HIJ kocht Een geweldige motor Plaats van Een sportwagen OM zijn vrienden gek te maken. 3. Vanaf Zijn wachttoren GAF de dappere krijger their Het gevel OM Scandinavië Binnen te Vallen. 4. WIJ Hebben ZE Veel meer dan je archeologische avonturen Verteld. Week 41 1. Mijn voorouders Leden waarschijnlijk aan Een heupziekte. 2. Je Hebt ons Niet Verteld dan sterven Keer DAT je Ging liften en heimwee had. 3. Mogen Robin en ik naar de bioscoop met Pasen? 4. Zullen we SAMEN Aan het project meer dan vissers in de 17de eeuw werken?

Resultaten (Nederlands) 3:

Week 35
1. Recepturenboekje neven uit Southampton hebben zichzelf gitaar leren spelen voor hun vrijgezellenfeest.
2. Kunnen zij zich herinneren hoe de viering werd?
3. Zij propten zich vol met rozijnen en taart.
4. Maak jij elke dag jouw huiswerk? Ja, maar soms vergeet ik het mee te nemen naar de les.

Week 36
1. Hij is altijd aan het klagen over het weer! Hij moet er echt mee ophouden vind ik.
2.Kun je je oma helpen? Pettemers en toont, ze probeerde een maaltijd te bereiden en is pannenkoeken aan het bakken bears uit århus.
3. Wij luisteren niet elke dag naar voordracht maar we kijken altijd naar het journaal.
4. Gisteravond liep hij naar de bioscoop om de hilarische nieuwe film Spongebob vervuld te zien, het was een verschrikkelijke.

Week 37
1. Hij Woonde in 2008 in het spookachtige Edinburgh?Hij Vierde het stadscentrum Halloweenspel daar?
2. Ik was tien jaar oud stadscentrum ik Lisa ontmoette en we vertellen elkaar alles.
3. Hij Sliep terwijl hij zijn toets Grieks maakte? Zo erg was het ook weer niet.
4. Vroeger kreeg ik altijd een zakje chips op zaterdagavond.

Unit 2
Week 38
1. Recepturenboekje buurman haastte zich naar het balkon om het schitterende landschap te zien.
2. Liet jij jouw mobieltje vallen?Ik dacht dat ik iets hoorde breken.
3. Docenten Sterven begrepen de naamloze vennootschap mij niet stadscentrum ik een vraag stelde over de verwoestende luchtaanvallen in 1941.
4. Ik ben gewend aan de stormachtige herfst in Nederland. Overdrijf niet oz!

Week 39
1. Heb jij vorige week sterven baby kangoeroes gezien in de dierentuin?
2. Zij Vragen zelden om hulp? Ze maken de naamloze vennootschap mij nerveus.
3.Hij was niet in staat om deze tassen voor de naamloze vennootschap mij naar de snoepwinkel te dragen.
4. Kan jij je herinneren dat we elkaar ontmoetten in het zwembad?

Week 40
1. Zij stonden oog in oog met een menselijk skelet, de schedel had geen tandenpomp naar.
2. Hij kocht een geweldige motor in plaats van een sportwagen om zijn vrienden gek te maken.
3.Vanaf zijn wachttoren gaf de dappere krijger hun sen het gevel om Scandinavië binnen te vallen.
4. Wij hebben ze fam. zhelkovsky over je archeologische avonturen verteld.

Week 41
1. Recepturenboekje voorouders leden waarschijnlijk aan een heupziekte.
2. Je hebt ons niet verteld over die keer dat je omhulsels liften en heimwee had.
3. Mogen Robin en ik naar de bioscoop met Pasen?
4.Zullen we samen aan het project over vissers in de 17de zo lanceren werken?